10 april 2025

Wie bang is voor emoties in het familiebedrijf, heeft de beurs nog niet gezien.

Warmte en zorg voor de lange termijn zijn geen zwakte, maar een anker.

Als ik ergens onbeheerste emotie zie, dan is het op de beurs. Kijk naar de paniekreacties van de laatste dagen: koersen tuimelen, beleggers raken in paniek, sentimenten draaien op dag-, nee op uurbasis. In die wereld regeert de waan van het moment.
In familiebedrijven zijn de emoties van een andere orde. Warmte, betrokkenheid, oprechte zorg voor de lange termijn. Natuurlijk zijn er zorgen — over instabiel beleid of geopolitieke risico’s. Maar geen hysterie. Geen kuddegedrag.
Juist dát maakt het familiebedrijf vaak tot de stabielste factor in de economie.

Een mooi voorbeeld zag ik gisteren in Nieuwsuur op bezoek bij Boomsma destilleerders. Er is sprake van onmiddellijke impact op het bedrijf van de 'tariffs'. De beheerste reactie -ondanks de mogelijke impact- is prijzenswaardig. De reportage was een paar uur na het maken alweer achterhaald. Chantoine Boomsma werd een paar uur na het bezoek van Nieuwsuur aan zijn bedrijf online gevraagd om een reactie op het laatste nieuws: "Je wordt wat laconieker. Ik ga niet meer op elk nieuwtje reageren, ik wacht wel af. Ik kan er geen beleid op maken".

 

 

De rol van tobbers en levensgenieters in het team.

George en Ringo waren essentieel voor de Beatles.

George Harrison en Ringo Starr waren misschien niet de drijvende krachten van The Beatles, zoals Paul en John, maar zonder hen was de magie nooit compleet geweest. George, de zoekende ziel; Ringo, de stabiele vrolijkheid. Geen leiders, wel onmisbare schakels.

In elk team zijn er George’s en Ringo’s. Geen luidruchtige voortrekkers zoals John Lennon of Paul McCartney, maar stille krachten die de toon kleuren. George, de tobber, die zoekt naar betekenis en verdieping. Die soms te veel nadenkt, maar juist daardoor het geweten van het team vormt. En Ringo, de levensgenieter, die de boel luchtig houdt, de spanningen opvangt met humor en een vriendelijke blik.

In familiebedrijven of teams rond een dominante DGA zie je ze vaak: de bedachtzame collega die afremt, nuanceert, piekert. En de ander die relativeert, het moreel hoog houdt, soms wat weglacht maar intussen de sfeer bewaakt.

Ze zijn zelden de leiders, maar ze zijn onmisbaar. George en Ringo hielden het geheel van de Beatles bij elkaar. Zonder hen wordt het team een wedstrijd, een race zonder rust of reflectie.

De kunst voor extraverte leiders is om hun waarde te zien. Niet iedereen roept zijn bijdrage van de daken. Maar wie goed luistert, hoort hun ritme en voelt hun melodie. Juist door hen te erkennen en ruimte te geven, ontstaat er harmonie — in een band, en in elk team.